Kinderen die niet mee kunnen komen in de klas. Het kost je vaak heel wat hoofdbrekens. Je hebt alles op verschillende manieren uitgelegd en toch pakken ze het niet op. Ze zijn vaak onrustig en hebben moeite om zich te concentreren.
Ieder mens denkt op vier verschillende manieren; visueel, auditief, kinesthetisch en digitaal. We gebruiken al deze systemen, maar hebben wel zo onze voorkeuren. Kinderen waarover het hier gaat hebben een voorkeur om visueel/kinesthetisch te denken, in beelden en met hun gevoel. Juist deze combinatie zorgt voor een andere leerstijl.
Ons huidige onderwijssysteem is ingericht om informatie te verwerken via de linkerhersenhelft (ratio, beredeneren, tekenherkenning, analyse, logica). De rechterhersenhelft verzorgt onder andere emotie, ruimtelijk inzicht, verbeelding en overzicht. De leerproblematiek ontstaat doordat de kinderen waar het hier om gaat een voorkeur hebben om met die rechterhersenhelft te werken. Het is niet het onvermogen van het kind, want als het de informatie op een andere manier aangeboden krijgt kunnen ze het wel.
50 jaar geleden waren linkshandigen de probleemgevallen in de klas. Dit was een afwijking. Men bond ze de linkerhand op de rug om hen te dwingen de rechterhand te gebruiken. Tegenwoordig is het links zijn geaccepteerd en maakt men aanpassingen in het aanbod voor linkshandigen.
We staan nu voor de uitdaging om de rechtsgeoriënteerde leerlingen op hun manier te laten leren.